Koppeling voor voertuig

Hoe komt u erachter dat de koppeling niet goed werkt

De diagnose van de koppeling komt in twee fases. In het begin wordt het systeem getest terwijl de motor uit staat. Druk regelmatig op het pedaal, controleer op de auto soepel rijdt, en luister naar het geluid. Vreemde geluiden, zoals gepiep en geklop, zijn een indicatie dat er een probleem is. Meet in deze fase ook hoever u het pedaal kunt indrukken. De optimale waarde ligt tussen de 130 en 150 mm, afhankelijk van het model van het voertuig. Precieze waarden zijn verkrijgbaar in de technische documentatie van het voertuig.

De volgende fase van de diagnose wordt uitgevoerd met een stationaire motor. Zet de koppeling eerst in zijn achteruit, en luister. Abnormale geluiden zoals gekraak wijzen op een beschadigde koppelingsplaat op drukplaat. Als u de koppeling niet in zijn achteruit kunt zetten, betekent het dat de componenten van het systeem zwaar beschadigd of versleten zijn, en toe zijn aan reparatie.

Kijk hoe het mechanisme werkt als u rijdt. Dit zijn de symptomen die erop wijzen dat de koppeling het niet goed doet:

• sterke vibraties;
• trekt tijdens werking;
• incomplete koppelingsacties en uitval;
• abnormale geluiden.

De redenen dat de koppeling niet goed werkt

De belangrijkste reden voor premature slijtage van het mechanisme is als u zich niet houdt aan gebruiksregels van het voertuig, namelijk als u rijdt met grote schokken van RPM of als u uw voet op het koppelingspedaal houdt terwijl u rijdt. Componenten van slechte kwaliteit of componenten die langer gebruikt zijn dan ze meegaan stoppen vaak als eerste met werken.

Problemen met de koppeling komen vaak door problemen met het gebruiksmechanisme. Mechanische onderdelen van de koppeling krijgen vaak te maken met schade, zoals het breken, vastlopen of rekken van de kabel, en ook met verbindingsschade. Hydraulische aandrijvingen worden gekarakteriseerd door problemen als verstoppingen en lekken van de werkzame vloeistof door de beschadigde verzegelingselementen. De koppelingsplaten worden van olie voorzien door middel van veel olie op de input schacht van de transmissie of de krukaslager, en ook door beschadigde oliezegels in de motor en de transmissie.

De werking van de koppeling heeft ook te maken met de kwaliteit van het onderhoud en het bijhouden van het schema. Verkeerde bijstelling van individuele aspecten van het systeem kan serieuze gevolgen hebben, zoals het verliezen van controle over het voertuig.

De koppeling vervangen en repareren

Het component moet gerepareerd en vervangen worden bij een werkplaats. Het volgende komt kijken bij de vervanging van een koppeling:

• haal de versnellingsbak uit elkaar;
• doe de uitlijner in het gat van de koppelingsplaat;
• verwijder de kap, de drukplaat en de rijplaat;
• kijk of er geen scheuren in de rijplaat zitten;
• inspecteer de frictielijnen (als de bovenkanten van de klinknagels vastzitten in de oppervlakte, voor minder dan 0,2 mm, moet de rijplaat vervangen worden);
• controleer de afwijking van de rijplaat (dit moet niet meer zijn dan 0,5 mm, en er moeten geen negatieve effecten te merken zijn);
• controleer de status van het vliegwiel en de drukplaat (zo nodig vervangen);
• verwijder de kap en plaat als de verbindingen tussen de delen los zitten of als de zetelringen van de drukveer van de koppeling beschadigd zijn;
• voordat u het component vervangt, moet u de vrije beweging van de plaat langs de inputschacht van de versnellingsbak controleren (als het component niet goed beweegt, moet deze vervangen of gerepareerd worden);
• installeer de uitlijner in de glijspieën van de plaat;
• installeer de koppeling op het vliegwiel met de 3 centreerpennen, en zet het component vast.